Toch blijkt dat niet-westerse Nederlanders over het algemeen minder aan vrijwilligerswerk doen dan autochtone Nederlanders, en dit is de afgelopen tien jaar niet verbeterd. In deze driedelige serie wordt extra aandacht besteed aan het aantrekken van Nederlanders met een niet-westerse achtergrond naar vrijwilligerswerk. Vandaag deel één: de perceptie. Dave Plug onderzocht voor zijn scriptie of het verschil in perceptie van vrijwilligerswerk bijdraagt aan de ondervertegenwoordiging van Nederlanders met een niet-westerse achtergrond. Aangezien wij hier wel wat meer over willen weten, stelden we Dave een aantal vragen.
- Je staat op een verjaardagsfeestje en je moet in drie zinnen uitleggen waar je scriptie over gaat, wat zeg je dan?
“Op het eerste gezicht lijkt het voor de hand liggend dat iedereen begrijpt wat je met vrijwilligerswerk bedoeld. Echter, onderzoek laat zien dat institutionele verschillen tussen landen, zoals culturele verschillen, ertoe kunnen leiden dat mensen toch anders naar vrijwilligerswerk kijken. Voor de één is een activiteit duidelijk wel vrijwilligerswerk terwijl dit voor de ander niet zo hoeft te zijn. Mijn scriptie gaat hier dieper op in en onderzoekt of Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond een andere perceptie hebben van vrijwilligerswerk dan autochtone Nederlanders en zo ja, hoe de verschillen zich dan uiten.”
- Wat is de belangrijkste conclusie of aanbeveling die je doet?
“Het belangrijkste verschil in de perceptie van vrijwilligerswerk tussen autochtone Nederlanders en Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond is dat de laatste minder onderscheid maken in de context waarin het vrijwilligerswerk plaatsvindt. Neem bijvoorbeeld het geven van gratis bijles door studenten aan buurtkinderen. Dit kan informeel plaatsvinden, bijvoorbeeld door het spontaan organiseren van een Facebookgroep die geïnteresseerde studenten in contact brengt met buurtkinderen. Bijles geven kan ook in een formele context, bijvoorbeeld binnen een stichting die de studenten die zich willen inzetten eerst begeleidt over hoe ze het beste bijles kunnen geven. Autochtone Nederlanders zullen in het algemeen zowel de student die bijles geeft in een informele context als de student die bijles geeft in een formele context als vrijwilligers zien, maar de laatste toch als een vrijwilliger op een hoger niveau. Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond maken dit onderscheid minder en focussen meer op de daadwerkelijke activiteit dan de context waarbinnen de activiteit plaatsvindt als ze zich afvragen of en in hoeverre iemand een vrijwilliger is.”
- Voor wie is deze scriptie interessant om te lezen?
"Vooral voor vrijwilligerscoördinatoren die zich inzetten om hun eigen vrijwilligersorganisatie meer divers te maken door meer Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond aan te trekken."
- Welke concrete aanbevelingen voor de praktijk zou je kunnen geven?
“Met name dat vrijwilligersorganisaties moeten oppassen dat ze niet meteen geïnteresseerde Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond overladen met te veel verplichtingen, zoals strikte vergaderingen, bijeenkomsten, en verplichte workshops. Als je een bepaalde doelgroep wilt bereiken, onderzoek dan eerst zorgvuldig wat voor activiteiten, zoals bijles geven aan kinderen, worden gezien als vrijwilligerswerk binnen die doelgroep en probeer daarop aan te sluiten. Vervolgens is het aan te raden om het mogelijk te maken voor geïnteresseerden om de eerste paar keer laagdrempelig en vrijblijvend mee te doen, om vervolgens met de vrijwilligers in gesprek te gaan om eventueel de wederzijdse verwachtingen te vergroten.”
Wil je meer lezen over de perceptie van vrijwilligerswerk door Nederlanders met een niet-westerse achtergrond? Om Dave zijn hele scriptie te lezen klik je hier.