De maximale hoogte van de belastingvrije vrijwilligersvergoeding gaat in 2024 omhoog van €1.900 naar € 2.100 per jaar. Daarmee stijgt ook het maandbedrag van € 190 naar € 210 per maand. De regeling is bedoeld om met minimale administratie organisaties in staat te stellen vrijwilligers belastingvrij tegemoet te komen in de kosten die vrijwilligers maken voor hun vrijwilligerswerk. De regeling pakt soms verkeerd uit voor vrijwilligers.
CBS heeft in 2021 onderzocht dat ruim tweederde van de vrijwilligers helemaal geen vergoeding ontvangt. Een klein deel (14%) ontvangt een vergoeding in natura, 8% ontvangt een vergoeding op basis van de werkelijk gemaakte kosten, 5% ontvangt een vast bedrag per maand en 1% ontvangt de maximale vrijwilligersvergoeding.
Problemen met de vergoeding
Organisaties en vooral vrijwilligers die wel gebruik maken van de vrijwilligersvergoeding ondervinden regelmatig problemen. Het is niet helemaal duidelijk wat er nu wel of niet onder valt, de maximale vergoedingen per maand kloppen niet bij het totaal per jaar, de uurvergoedingen zijn verwarrend en niet iedereen snapt dat de belastingvrije vergoeding per persoon is en niet per organisatie. Vooral mensen met een uitkering kunnen hiervan de dupe zijn. Samen met de Landelijke Cliëntenraad stelt Vereniging NOV de volgende aanpassingen voor:
- Hanteer een logisch maximum per maand en per jaar. De verwarring begint al met bedragen per maand die x 12 niet gelijk zijn aan het maximum per jaar.
- Laat het tarief per uur vervallen. De uurtarieven boven op de maximumbedragen per maand en per jaar zijn onnodig verwarrend. De maximale vrijstelling per maand of per jaar moet afdoende zijn.
- Laat vergoedingen voor onkosten (reiskosten en overige onkosten) buiten de vrijstelling.
- Hanteer de vrijstelling als een drempel en belast alleen de bedragen die boven de drempel uitkomen.
In dit NIBUD-rapport (pdf) wordt de omvang van de gevolgen duidelijk. Zie voor uitgebreidere context en oplossing ook: LCR Signaal Vrijwilligersvergoeding (pdf).
Hoe werkt het nu?
Een vrijwilligersorganisatie maakt zelf de keuze of er een vrijwilligersvergoeding wordt uitbetaald. Het beste is om gemaakte keuzes vast te leggen in een vrijwilligersbeleid of overeenkomst. Vergoedingen aan vrijwilligers kunnen op drie manieren worden betaald:
- Vergoeding op basis van de onbelaste vrijwilligersvergoeding.
- Vergoeding voor gemaakte kosten die kan worden onderbouwd met bonnetjes of betalingsbewijzen. Deze kostenvergoeding is onbelast en kent in principe geen maximum.
- Vergoeding op basis van en combinatie van de onbelaste vrijwilligersvergoeding en de daadwerkelijk gemaakte kosten. Hierbij is sprake van het dubbel vergoeden van kosten en als de maxima van de Vrijwilligersvergoeding worden overschreden sprake van belast inkomen. Bij deze variant kan het voorkomen dat, als het gezamenlijke bedrag meer is dan € 2.100,- (in 2024), de Belastingdienst de totale vergoeding als belastbaar inkomen aanmerkt
Ontvang jij een vergoeding? Of, keert jouw organisatie bedragen uit? Let dan op!
Houd de normbedragen (per maand en per jaar) in de gaten. Overschrijd deze normen ook niet als je onkosten en een vergoeding ontvangt of betaalt. Let er ten slotte op dat vrijwilligers niet mogen 'stapelen'. De normbedragen gelden per vrijwilliger. Dus, je mag bij meerdere organisaties een vergoeding ontvangen als vrijwilliger, maar bij elkaar opgeteld niet hoger dan de normbedragen.