Sinds juni vorig jaar is Ronald als coördinator gestart bij de Vattenfall Foundation, een stichting die in het leven is geroepen om voor de medewerkers van het bedrijf mogelijkheden te creëren om ook buiten het werk om hun maatschappelijke betrokkenheid te vergroten. In twaalf jaar tijd is de foundation uitgegroeid van een klein initiatief tot een gestroomlijnde organisatie die jaarlijks vijfhonderd medewerkers helpt zich vrijwillig in te zetten.
Flexibiliteit
Bij Vattenfall werken 3000 mensen in vele verschillende functies. Van de technische mensen in centrales tot de managers en van de monteur die aan de deur komt tot de medewerker van de klantenservice. “Jezelf nuttig maken is meer dan alleen werken en om dat bewustzijn te vergroten, vinden we het belangrijk dat de werknemers de kans krijgen zich maatschappelijk in te zetten. Niet alleen zijn de organisaties waar ze bij terechtkomen geholpen, ook de medewerker zelf groeit er als persoon door.” Hoewel de foundation een goede structuur heeft om de medewerkers hierbij te helpen, is het aantal uur dat mensen zich kunnen inzetten niet vastgelegd. “We willen daarin flexibel blijven. Hoeveel iemand kan doen, hangt natuurlijk ook af van de werkzaamheden en tijden waarop iemand werkt. Iedereen kan daarom een aanvraag indienen en dan kijken we hoe we dat kunnen regelen.”
Op inschrijving en op maat
Om het de medewerkers makkelijk te maken, zijn er altijd projecten waarop ze zich kunnen inschrijven. “We werken samen met onder andere De Zonnebloem, Stichting Opkikker, een zorginstelling in Amsterdam Cordaan, Stichting Present en Young Impact. Van deze organisaties worden er altijd vrijwilligersactiviteiten aangeboden waarbij werknemers van Vattenfall kunnen helpen. Daarnaast werken we ook in minder vaste vorm samen met andere organisaties en kunnen medewerkers zelf een project aandragen. We vinden het belangrijk om een zo divers mogelijk aanbod te hebben, zodat er voor iedereen wel wat bij zit. En is er iemand die zich wel wil inzetten, maar niet bij de aangeboden projecten, dan gaan we gewoon op zoek naar wat wel bij diegene past. Ik vind het leuk om iemand die intrinsiek gemotiveerd is wat te willen doen aan een plek te helpen. Soms zijn er mensen die projectondersteunende activiteiten doen voor de foundation zelf.”
Wij zien dat mensen die zich hebben ingezet, nadien altijd positief zijn. Ik gun echt iedereen in het bedrijf die ervaring.
Een goed gevoel
Het afgelopen jaar is er door Covid19 een verschuiving geweest naar meer digitale activiteiten waarvan Ronald verwacht dat ze deels zullen blijven. “Er zijn veel collega’s geweest die per video hebben voorgelezen aan ouderen. Dat is iets wat heel gemakkelijk vanuit huis kan en dus simpel in mensen hun leven past.” Aan de andere kant verwacht hij juist nu ook meer aanvragen voor teamactiviteiten. “Bij sommige teams bestaat een behoefte om juist na een lange tijd zonder elkaar gezien te hebben een dag samen iets actief te doen. Een vrijwilligersactiviteit gevolgd door iets dat met werk te maken heeft, zoals een vergadering of brainstormsessie bijvoorbeeld. Momenteel is het daar nog net te vroeg voor, maar je merkt dat de behoefte per dag groeit.” Ook voor Covid19 toesloeg, waren er al grote verschillen in de manier waarop medewerkers zich inzetten. Niet alleen qua sector of doelgroep, maar ook de manier waarop. “Sommige mensen vinden het makkelijker iets alleen op te pakken om flexibeler te kunnen zijn en anderen doen het juist liever samen. Ook zijn er mensen die graag iets doen dat niet met werk te maken heeft, waar anderen juist het liefst hun expertise en kennis kwijt willen.” Voor Ronald en de (vrijwillige) bestuursleden van de stichting maakt het niks uit, zolang de medewerkers er maar zelf een goed gevoel bij hebben en de partner gebaat is met de bijdrage.
Via Intranet, posters, Whatsappgroepen en podcasts worden de medewerkers warm gemaakt voor vrijwilligerswerk. “Wij zien dat mensen die zich hebben ingezet, nadien altijd positief zijn. Ik gun echt iedereen in het bedrijf die ervaring. Als mensen ergens zijn geweest, plannen we altijd twee evaluaties in: direct erna, ook om praktisch te kijken hoe alles liep en een paar maanden later om te zien welk effect het op mensen heeft gehad.” Het meest positieve vindt Ronald het als maanden later blijkt dat mensen er echt iets van hebben opgestoken. “Het kan de blik verruimen. Bijvoorbeeld als iemand bij de klantenservice werkt, kan het zomaar gebeuren dat iemand meer begrip heeft als een klant belt met een probleem. Op die manier groeien mensen als persoon en hebben ze daar ook in hun werk wat aan.”
Eerst doen, dan denken
“Vattenfall bedient naast individuele klanten ook heel veel bedrijven en organisaties die wat kleiner zijn dan wijzelf. Ook zij kunnen met hun medewerkers aan de slag. Omdat wij een grote organisatie zijn, hebben we de zaken in een foundation ondergebracht, maar dat is in principe geen voorwaarde. Toen we 12 jaar geleden begonnen, was het eerst ook iets kleins. Dat initiatief is uitgegroeid tot wat het vandaag is, daar hebben we een tijdje over gedaan en komt ook met name door de inzet van de vele medewerkers. Met duizenden werknemers is het wel belangrijk een strategisch plan en beleid te te hebben natuurlijk, maar als je ergens met dertig man werkt of zelfs nog veel minder, dan kun je ook gewoon eens om je heen kijken en wat uitproberen. Wat we van COVID kunnen leren is bijvoorbeeld dat een pragmatische aanpak helemaal niet verkeerd hoeft uit te pakken. Misschien zit er wel een speeltuin in de buurt waarvan wat apparaten een verfje kunnen gebruiken of heeft een collega een vader in een verzorgingstehuis waar ze eens per maand enorm blij zouden worden van een spelletjesmiddag. Door dichtbij te beginnen met kijken, valt er al van alles te bedenken. Ga maar gewoon eens wat doen. Mocht het dan een succes worden, kun je altijd nog een en ander vastleggen.” Eerst doen, dan denken, dat is dus ook weleens goed.
Voor meer tips, vraag de gratis toolkit Good Busy aan.