Dus je staat op een verjaardagsfeestje en je moet in 3 zinnen uitleggen waar je scriptie over gaat. Wat zeg je dan?

Mijn onderzoek viel in het kader van diaspora filantropie en richtte zich op het filantropisch gedrag van eerste en tweede generatie Chinese Nederlanders. Daarbij keek ik zowel naar filantropie in Nederland – met name binnen de Chinese gemeenschap – als in het land van herkomst. Ik was benieuwd welk gedrag er werd vertoond, in welke mate en vooral: waarom. Daarnaast onderzocht ik hoe de eerste generatie zich hierin verschilde met de tweede generatie en of er überhaupt een verschil aanwezig was. Dit heb ik onderzocht door interviews af te nemen bij beide groepen.

Wat is de belangrijkste conclusie of aanbeveling die je doet?

De eerste en tweede generatie Nederlanders met Chinese achtergrond verschillen flink van elkaar, ook in filantropisch gedrag. Hoewel beide betrokken zijn in Nederland, is te zien hoe de eerste generatie meer betrokken is bij het land van herkomst in een bredere zin. De eerste generatie kijkt meer naar gemeenschappen binnen China, ook buiten hun directe en indirecte familie. De tweede generatie beperkt zich kleinschaliger, namelijk tot de familiekring.

In het dagelijks leven worden beide generaties sterk gedreven door culturele en sociale normen en waarden. Deze normen en waarden zijn sterk geworteld in confucianistische ideeën, zoals kinderlijke piëteit. Zodoende hechten ze veel waarde aan verwantschap en verantwoordelijkheid naar ouderen toe. Dit is vervolgens terug te zien in hun filantropisch gedrag: Chinese diaspora filantropie is in eerste instantie altijd naar de ouders/familie en directe kring gericht.

Wat de eerste generatie echter onderscheid van de tweede generatie, is dat ze veel meer leunen op hun sociale netwerk om op de hoogte te blijven van de mogelijkheden. Daarbij speelt guanxi (sociaal kapitaal) een belangrijke rol onder de eerste generatie Chinese Nederlanders. Dit sociale kapitaal wordt, al dan bewust of onbewust, ingezet om filantropie onder elkaar aan te sporen. Het belang van een sociaal netwerk manifesteert zich niet alleen offline, maar ook online op platformen zoals WeChat. De eerste generatie wordt daarnaast sterk gemotiveerd door de concepten mianzi en lian, beide betekenen gezicht en verwijzen naar prestige, om filantropisch werk te doen in de Chinese gemeenschap. Daarentegen wordt de tweede generatie eerder gedreven door het opbouwen van connecties en het opzoeken van sociale interacties. Om die reden zijn ze ook meer actief in de Chinese gemeenschap in Nederland dan China. Dit verschil lijkt klein omdat ze zich beide betrekken tot een sociale verstandhouding, echter zijn er wel fundamentele verschillen die verder aan bod komen in mijn onderzoek.

Sense of belonging – gevoel van verbondenheid – beïnvloedt ook het filantropisch gedrag. Met name met wie de ontvangers van filantropie worden. De tweede generatie, bijvoorbeeld, identificeert zich meer met een zogenoemde derde identiteit die zowel Chinees als Nederlands is. De tweede generatie Chinese Nederlanders hebben diepere banden met de Chinese gemeenschap binnen Nederland waardoor ze eerder geneigd zijn om deze groep te helpen dan andere groeperingen in Nederland of China.

Voor wie is de scriptie interessant om te lezen?

Het is interessant voor iedereen die sociaal betrokken is bij de Chinese diaspora specifiek, maar ook voor mensen die in het algemeen betrokken zijn of geïnteresseerd zijn in diaspora in Nederland. Dit geldt ook voor overheidsinstanties en maatschappelijke organisaties. De Chinese diaspora wordt vaak vergeten door zulke organisaties omdat de diaspora zich voornamelijk richt op de eigen groepering, maar de potentie die zij hebben voor de filantropische wereld en maatschappelijke organisaties is groot.

Welke concrete aanbevelingen voor de praktijk zou je kunnen geven?

Speel in op wat de Chinese diaspora belangrijk vindt. Zoals eerder benoemd hecht de Chinese gemeenschap veel waarde aan bepaalde confucianistische waarden. Dit speelt een alledaagse rol in de gemeenschap. Ouderenorganisaties zouden bijvoorbeeld meer kunnen inspelen op het gevoel van verantwoordelijkheid en respect naar ouderen toe. De culturele waarden en sociale gang van zaken maken ook dat relaties en sociaal netwerk erg belangrijk zijn. Informele werving van vrijwilligers en donaties werkt daarom beter – ga die persoonlijkere relaties aan. Denk daarbij aan het belang van sociaal kapitaal en prestige, maar gebruik ook online platformen zoals WeChat, met name wanneer we spreken over de eerste generatie. Verder is het belangrijk je te richten tot de tweede generatie. Ze worden vrijwel niet betrokken door de verschillende organisaties en zijn zich daardoor niet bewust van wat er mogelijk is, met name qua participatie in de Chinese gemeenschap. Dit is zonde wanneer wij kijken naar een grote groepering in Nederland die bereid is en potentie heeft om een grote bijdrage te leveren.

Benieuwd geworden naar de verdere resultaten en inzichten uit deze scriptie? Je kunt deze in zijn geheel hier downloaden.