Allerlei nieuwe initiatieven met hulpaanbod worden zichtbaar zodra een virus als Corona de kop op steekt. Allerlei bestaande initiatieven met langer lopende contacten zorgen ervoor dat dit overweldigende aanbod ook bij de kwetsbare bewoner komt. Steunpunten vrijwilligerswerk pakken lokaal in recordtijd hun coördinerende rol daarin, vaak samen met welzijnsorganisaties, wijkteams en andere vrijwilligersorganisaties. Die bestaande en te vertrouwen netwerken waren al belangrijk voor allerlei meer of minder kwetsbare doelgroepen, maar bewijzen nu meer dan ooit hun waarde.
Het effectief organiseren van vrijwillige energie vraagt ondersteuning en coördinatie. En dus ook de investering, bijdrage en beleid van de overheid. Het is zaak om na deze crisis de enorme solidariteit te laten blijven, want uiteindelijk blijken het altijd weer de mensen te zijn die Nederland maken!
Voorbereid op de toekomst
Of het nu gaat om een crisis zoals we die nu ondergaan vanwege het Corona-virus of om onderwerpen als het Nationaal Preventieakkoord, de Participatiewet (tegenprestatie), Vrijwilligers in het Groen, Een tegen Eenzaamheid, Schuldhulpverlening, Sportakkoorden, Maatschappelijke Diensttijd en vele andere beleidsonderwerpen; vrijwilligers en hun organisaties laten zien dat ze er een belangrijke rol in spelen.
Ook nu blijkt dat vrijwilligers niet zo maar hun cliënt, deelnemer, gast, maatje of verre buur vinden. Juist de uitoefening van het vak van coördinatie van vrijwilligers wordt steeds belangrijker. Als we willen dat mensen, waaronder kwetsbare mensen, meedoen in de samenleving, elkaar vinden in de zorg voor elkaar, in hun betrokkenheid bij de buurt, natuur, jeugd, cultuur enzovoort, dan moeten we de samenleving toerusten om vrijwillige inzet toegankelijker te maken en te houden.
Welk beleid kan dit mogelijk maken?
1. Ondersteuning lokaal prioriteit geven
a. Basisfunctie mobiliseren vrijwillige actie
Actie: Stel een stimuleringsregeling in voor structurele ondersteuning van álle vrijwillige inzet in gemeenten; de ‘Basisfunctie mobiliseren van vrijwillige actie’. Sinds vrijwilligerswerkbeleid uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is gehaald, is de ondersteuning van vrijwilligers en hun organisaties hard, héél hard achteruit gegaan. Het gros van de gemeenten bezuinigt op de ondersteuning van vrijwillige inzet (onder meer via sociaal werk) en zet het bovendien voornamelijk instrumenteel en sectoraal in voor met name zorg en welzijn, in de context van minder betaalde medewerker, zie ook dit onderzoek van Movisie. Dit werkt contraproductief. De focus van de stimuleringsregeling voor het maatschappelijk brede vrijwilligerswerk zou moeten liggen op meer menskracht in de (bestuurs)ondersteuning, coördinatie en taakverlichting van het vrijwilligerswerk, bijvoorbeeld bij vrijwilligerscentrales en andere lokale netwerken. Deze vakkracht leidt tot betere educatie, meer ruimte om te ondernemen en te experimenteren, het betrekken van de samenleving, moderne digitale bemiddeling, talentmanagement, ondersteuning bij wet- en regelgeving rond bijvoorbeeld evenementen, collectieve contact-vertrouwenspersonen voor sociale veiligheid bij kleine organisaties en dus ook tot het bij elkaar brengen van de hulpvraag bij het hulpaanbod! Meer en beter dan ooit tevoren.
b. Ook coördinatie bij vrijwilligersorganisaties
Actie: Maak betaalde coördinatie en begeleiding bij vrijwilligersorganisaties mogelijk. Dit zorgt ervoor dat ook moeilijker bemiddelbare vrijwilligers aan de slag kunnen en dat verschillende vormen van vrijwilligerswerk mogelijk worden. Zo kan de incidentele vrijwilliger ook zijn bijdrage leveren.
c. Visie op landelijke ondersteuning per departement
Actie: Zorg voor een goede beleidsvoering en middelen voor de benodigde landelijke ondersteuning binnen elk ministerie. Het borgen van kennis en activiteiten op landelijk en regionaal niveau is van essentieel belang voor bijna alle vrijwillige activiteiten in alle sectoren, of het nu zorg, musea, amateurkunst, jeugd, sport, milieu of bijvoorbeeld natuur betreft. Alle ministeries zouden beargumenteerd beleid moeten hebben wanneer ze geen (koepel)vrijwilligersorganisaties op hun beleidsterreinen ondersteunen. Het ministerie van VWS kan in haar coördinerende rol dit stimuleren en monitoren.
2. Werknemersvrijwilligerswerk aantrekkelijk maken
a. Stimuleer werkgevers
Actie: Maak het voor bedrijven (fiscaal) aantrekkelijk om hun werknemers vrijwilligerswerk te laten doen in de tijd van de baas. Naast hun maatschappelijke bijdrage heeft dit ook direct nut voor werkgevers, daar het vrijwilligerswerk een goede leerplaats blijkt voor allerlei belangrijke soft skills en praktische vaardigheden.
b. Sorteer voor op prepensioen
Actie: Sorteer wellicht voor op mensen in hun prepensioen. Uit onderzoek blijkt dat werknemers die voor hun pensioen kennismaken met het vrijwilligers zich na hun pensioen meer en langer als vrijwilliger inzetten.
c. Geef als overheid het goede voorbeeld
Actie: Zorg ervoor dat de overheid voorop loopt in werknemersvrijwilligerswerk en het goede voorbeeld geeft. Is er een betere manier om als overheid je voelsprieten in de samenleving te hebben? Een basis hiervoor kan de aangenomen, maar nog niet ingeloste motie van voormalig Kamerlid Mona Keijzer zijn.
3. Investeer slimmer in het betrekken van jongeren, behoud de Maatschappelijke Diensttijd
a. Laat de jeugd kennis maken in hun opleiding
Actie: Beloon jongeren voor het doen van vrijwilligerswerk met studiepunten en ruimte binnen de opleiding. Er zijn opleidingen en studenten die hierin het goede voorbeeld geven. In opleidingen van het sociaal werk (MBO en HBO) is het doen van vrijwilligerswerk onderdeel van het curriculum. Andere studies werken met de inzet van studenten op basis van service learning. Deze praktijk kan bij veel meer opleidingen in het kader van vakontwikkeling en maatschappelijke betrokkenheid vorm krijgen.
b. Maak Maatschappelijke Diensttijd beter toegankelijk voor bestaande vrijwilligersorganisaties
Actie: Maak een makkelijke instap in Maatschappelijke Diensttijd voor een divers veld van bestaande vrijwilligersorganisaties mogelijk. De eigen bijdrage van organisaties zit voornamelijk in het bieden van goede begeleiding en ondersteuning van jongeren door hun vrijwillige- en betaalde medewerkers. Vertaal dit niet plat in euro’s. Bied meerjarige accreditatie van organisaties om gebruik te maken van de regeling, waarbij het aantonen van kwaliteit niet papier-, maar praktijkgericht is.
c. Ontlast jongeren die Maatschappelijk Diensttijd doen
Actie: Het moet voor jongeren ook mógelijk zijn om vrijwilligerswerk te doen. Beschikbaar budget vanuit bijvoorbeeld Maatschappelijke Diensttijd zou gebruikt kunnen worden om ze financieel te ontlasten. Bestaande modellen uit andere Europese landen kunnen hiervoor gebruikt worden. Zie ook NOV-antwoorden op Kamervragen Maatschappelijke Diensttijd.
4. Duurzame verbondenheid bij vrijwillige inzet
Actie: Blijf als overheid financieel en beleidsmatig verantwoordelijk voor investeringen in de toekomst van ‘maatschappelijke inzet voor elkaar’.
Download het position paper
De tekst van het Position Paper van Vereniging NOV kun je hier downloaden.
Vragen?
Heb je vragen over bovenstaande beleidsvoorstellen? Neem contact op met Joost van Alkemade of Mark Molenaar.