Nederlanders doen - in vergelijking met andere landen - veel vrijwilligerswerk en doneren gul aan goede doelen. Hoe drukken Nederlanders op dit moment hun betrokkenheid uit bij de maatschappelijke problemen die Corona teweegbrengt?
Foto: Leger des Heils, pre-coronatijdperk
Lockdown van veel formeel vrijwilligerswerk
Dit gebeurt aan de ene kant formeel en op afspraak, via maatschappelijke organisaties die vrijwilligers inzetten voor de meest uiteenlopende taken. Veel van die formele organisaties hebben voor hun vrijwilligers een lockdown afgekondigd. Soms omdat de cliënten van de organisatie tot de ‘kwetsbare groep’ behoren, maar even vaak omdat vrijwilligers zelf door hun leeftijd tot die ‘kwetsbare groep’ gerekend worden. Denk bijvoorbeeld aan de buurtbus waar een 70-plusser achter het stuur zit, de passagiers boven de 70 zijn en de 1.5 meter afstandsnorm moeilijk te handhaven is. Een aantal van deze formele maatschappelijke organisaties maken van de huidige nood een deugd en bedenken nieuwe ‘veilige’ activiteiten om hun doelstelling te blijven realiseren. Ouderenbonden openen een infolijn over Corona, in verschillende talen; HandjeHelpen is telefonisch en digitaal bereikbaar voor het doen van boodschappen; het Rode Kruis heeft het ‘Let op elkaar-netwerk’ geactiveerd en stelt vrijwilligers beschikbaar om ambulances te desinfecteren of voedselpakketten te bezorgen; VierhetLeven laat hun cliënten nu thuis voorstellingen meebeleven via linken naar optredens op YouTube en Facebook en belt hen regelmatig op voor een praatje; TijdVoorActie bereidt een breed nationaal initiatief voor om bij allerhande knelpunten en vragen de betrokkenheid en talenten van jongeren in te zetten etc.
Informeel vrijwilligerswerk bruist en bloeit
Aan de andere kant gebeurt er – zeker op dit soort momenten - heel veel informeel en spontaan, binnen de netwerken waar mensen deel van uitmaken (familie, vrienden, buurt, kerk, clubs). Je zagen daar vijf jaar geleden schitterende voorbeelden van bij de komst van Syrische vluchtelingen en ook op dit moment groeien en bloeien als reactie op Corona verrassend creatieve en hartverwarmende burgerinitiatieven: online theater en concerten, ontmoetingen met behulp van hoogwerkers, bezorging van bloemetjes en voedselpakketten, teddyberen voor het raam etc.
Formeel en informeel vrijwilligerswerk hebben baat bij samenwerking
Op 14 april jl. organiseerde de International Association for Volunteer Effort (IAVE) – waarvan NOV lid is - een Webinar met als thema “Building Resilience through Volunteering during Covid-19”, ingeleid door dr. Ben Lough van de School voor Sociaal Werk aan de universiteit van Illinois. Lough, die o.a. internationaal onderzoek naar vrijwilligerswerk doet voor de VN (United Nations Volunteering, UNV), benadrukte de verschillen tussen formeel en informeel vrijwilligerswerk, ging dieper in op de kenmerken van informeel vrijwilligerswerk en op de kracht van informeel vrijwilligerswerk in tijden van onzekerheid en liet zien welke synergie kan ontstaat wanneer formeel en informeel met elkaar samenwerken.
Hij beschreef zes kenmerken van informele vrijwillige inzet: 1. Snelheid & directheid: aanwezig in de frontlinie en direct reagerend op crises. 2. Schaal: in staat om snel grote aantallen mensen in de directe omgeving op de been te brengen. 3. Beschikbaarheid: vrijwilligers zijn vaak de enige beschikbare hulpbron. 4 Flexibiliteit: niet gebonden aan standaard methoden of procedures en in staat om zich snel aan (veranderende) omstandigheden aan te passen 5. Innovatief: men zoekt oplossingen voor directe noden. 6. Eigenaarschap: men bepaalt zelf wat prioriteit heeft en welk aanpak gevolgd wordt.
Samenwerking met de informele sector (buurtnetwerken, informele hulp, burgerinitiatieven) kan de formele vrijwilligerssector de volgende voordelen bieden: 1. Biedt toegang tot wijkgebonden netwerken: wijkgebonden informele organisaties hebben lijntjes naar en toegang tot kwetsbare groepen. 2. Versterkt informele relaties binnen wijken: biedt in crisistijd kanalen om contact en ondersteuning te bieden aan kwetsbare groepen. 3. Slaat bruggen: maakt verbindingen mogelijk tussen wijkgebonden, stedelijke en nationale actoren. 4. Verstevigt onderlinge relaties: stimuleert sociale cohesie tussen mensen met gedeelde belangen. Tot zover Dr. Ben Lough.
Ook in Nederland goede voorbeelden van samenwerking formeel/informeel
Dat samenwerking tussen informeel en formeel vrijwilligerswerk veel moois kan opleveren hebben we in Nederland enkele jaren geleden kunnen zien bij de komst van Syrische vluchtelingen. Waar de overheid aanvankelijk wat afwachtend reageerde, waren het de enthousiaste burgers die lokaal allerlei activiteiten initieerden om de Syrische vluchtelingen welkom te heten: gast-aan-tafel; verstrekking van kleding en huisraad, taalcursussen, beschikbaar stellen van buddy’s, mensen wegwijs maken in regelgeving en omgeving etc. Formele organisaties als kerken, welzijnsinstellingen en vluchtelingenwerk ondersteunden deze burgerinitiatieven door de coördinatie van al die initiatieven op zich te nemen, lijntjes te leggen naar de gemeente, COA, fondsen of woningcorporaties, gewenste faciliteiten beschikbaar te stellen en te bemiddelden bij knelpunten.
De activiteiten van deze burgerinitiatieven waren voor Vluchtelingenwerk Nederland achteraf aanleiding om zijn vrijwilligersbeleid tegen het licht te houden. Waar Vluchtelingenwerk tot nu toe vrijwilligers aantrok voor activiteiten waar gemeenten om vroegen en voor betaalden, wordt nu nagedacht hoe je daarnaast ook ondersteuning kan bieden aan burgerinitiatieven die zelf iets voor/met vluchtelingen willen organiseren.
Misschien worden formele organisaties op terrein van zorg en welzijn – in navolging van Vluchtelingenwerk – geïnspireerd om samenwerking te zoeken en waar nodig ondersteuning te bieden aan de vele burgerinitiatieven die nu ontstaan als reactie op Corona.
Cees van den Bos (medewerker vrijwilligersmanagement/internationale contacten bij NOV)