In stilte overschrijden vrijwilligers vaak grenzen, ook die van henzelf

ProfielfotoMark Molenaar 01-11-2018 12751 keer bekeken 10 reacties

Een vijfde van de vrijwilligers in zorg en welzijn verricht weleens taken die eigenlijk bij professionele krachten thuishoren. Zij vinden dat zelf niet gewenst, maar het alternatief is dat hulpbehoevende mensen geen hulp krijgen. Daarom overschrijden ze vaak grenzen, ook die van henzelf.

Dit is een van de opvallendste uitkomsten van een tweejarig onderzoek van de Universiteit voor Humanistiek in opdracht van Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV) onder ruim 5200 vrijwilligers in zorg en welzijn en meer dan zeshonderd coördinatoren van veertien landelijke vrijwilligersorganisaties.  Donderdag 1 november overhandigde onderzoekster Anja Machielse  de resultaten aan zorgvrijwilligers Bik de Kok en Rita Cloosterman (zie foto) op de netwerkconferentie ‘Vrijwillig geluk maken’ van NOV.

Een vijfde van de vrijwilligers in zorg en welzijn verricht weleens taken die eigenlijk bij professionele krachten thuishoren. Denk aan taken waarvoor je medische of psychologische kennis of vaardigheden nodig hebt, of taken die lichamelijke intimiteit of privacygevoelige informatie met zich meebrengen. Vrijwilligers vinden dit zelf ongewenst, maar het alternatief is dat hulpbehoevende mensen geen hulp krijgen. Dat kan indringende situaties opleveren, zoals een dementerende oudere die urenlang moet wachten tot hij naar de wc kan, iemand die steeds hogere schulden krijgt omdat hij niet weet hoe je digitaal rekeningen betaalt, of een hulpbehoevende die urenlang niets te eten of drinken krijgt of te laat zijn medicijnen kan innemen en daardoor van slag raakt. Om dit te voorkomen, overschrijden vrijwilligers regelmatig functionele grenzen. Zij doen dit meestal in stilte, in de hoop dat niemand er iets van zal zeggen.

In opdracht van NOV verrichtten onderzoekers van de Universiteit voor Humanistiek twee jaar onderzoek onder ruim 5200 vrijwilligers in zorg en welzijn en meer dan zeshonderd coördinatoren van veertien landelijke vrijwilligersorganisaties. De onderzoekers vroegen hen welke veranderingen zij in hun werk ervaren nu er als gevolg van bezuinigingen en decentralisaties meer van vrijwilligerswerk wordt verwacht.

Morele worsteling

Vrijwilligers ervaren een grotere druk om meer taken op zich te nemen en meer tijd aan vrijwilligerswerk te besteden, zo blijkt uit het onderzoek. En een vijfde van de ondervraagde vrijwilligers voelt dus ook de druk om taken op zich te nemen die hun kennis, verantwoordelijkheden en bevoegdheden te buiten gaan, omdat ze mensen noodzakelijke hulp willen geven. Het gaat dan vooral om intensieve lichamelijke, psychische en/of medische zorg, zoals het toedienen van medicijnen, het inbrengen van een katheter, het geven van eten en drinken aan mensen met een slikprobleem, of hulp bij complexe rouw of complexe psychische problematiek. Daarnaast gaat het om privacygevoelig papierwerk, zoals aanvragen van een DigiD-code, belastingaangiftes, kiezen van een zorgverzekering, of inzage in (medische) dossiers. Het overschrijden van deze functionele grenzen gaat vaak gepaard met een morele worsteling bij de vrijwilliger.

Meer regels helpen niet

De onderzoekers pleiten voor een open gesprek over deze grensoverschrijdingen, zowel in zorg- en welzijnsorganisaties als in het publieke debat. Niet om vrijwilligers iets te verwijten, maar om ze te steunen. Als er niet over deze druk gepraat wordt, blijven vrijwilligers er alleen mee zitten. Dat maakt hen eenzaam en angstig. Het overschrijden van grenzen maakt hen ook kwetsbaar, bijvoorbeeld voor beschuldigingen van fraude of misbruik. Ook hulpbehoevenden zijn daar niet mee geholpen. De onderzoekers waarschuwen bestuurders en politici dat nog meer regels, protocollen, scherpere grenzen en meer controle geen oplossing zijn. Vrijwilligers kénnen de regels, maar hebben goede redenen deze te overtreden. Met strengere regels zijn ook hulpbehoevenden niet geholpen.

Vrijwilligers onder druk

Sinds de invoering van de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet staan vrijwilligers en hun organisaties in toenemende mate onder druk. Het aantal en de complexiteit van hulpvragen is sterk toegenomen. Meer druk op vrijwilligersorganisaties vertaalt zich een-op-een naar meer druk op vrijwilligers om extra taken op zich te nemen. De grenzen tussen vrijwilligerswerk en betaald werk blijken in de praktijk allerminst vast te staan. Het appel dat zorgorganisaties, overheid en hulpvragers op vrijwilligers doen, leidt ertoe dat vrijwilligers zichzelf druk opleggen. Als vrijwilligers weten dat iets niet tot hun taken behoort, maar zien dat iemand geen hulp krijgt, handelen zij naar hun gevoel in plaats van strikt de regels te volgen. Vrijwilligerswerk is emotiewerk, zo concluderen de onderzoekers van de Universiteit voor Humanistiek.

Ondersteuning en erkenning 

Het onderzoek maakt duidelijk dat de overheid de druk van de participatiesamenleving niet bij vrijwilligers en hun organisaties kan leggen als zij daar qua ondersteuning en erkenning niets tegenoverstelt. Gemeenten moeten vrijwilligersorganisaties erkennen als gelijkwaardige gesprekpartners in het sociale domein en overvraging van vrijwilligersorganisaties voorkomen.

Toch plezier

Het onderzoek geeft nog tal van andere inzichten. Bijvoorbeeld dat 98% van de uitvoerende vrijwilligers plezier heeft in het vrijwilligerswerk. Een opvallend hoge score gezien hun worsteling met het stellen van grenzen en de toenemende druk.

Download hier het onderzoeksrapport en/of de samenvatting.

Lees ook artikelen in:

Trouw
Zorg+Welzijn
NPO Radio 1, Met het oog op morgen

 

10  reacties

Mark Molenaar 09-11-18 om 13:28

Hallo Ina (ik kan je niet taggen, dat kun je aanpassen in je profiel), het artikel vind je hier: https://netwerken.nov.nl/nieuws+en+blogs/1049219.aspx?t=Andere+kijk+op+vrijwillige+zorg+nodig%3b+VNG-voorzitter+Jan+van+Zanen+neemt+manifest+in+ontvangst

Ina van Zwol 09-11-18 om 8:28

Dag Petra, mooi! Kun je een link naar het artikel plaatsen?

Petra van Loon 08-11-18 om 9:29

Dag Ina, in reactie op jouw opmerking wil ik graag het volgende zeggen. Helemaal eens met jouw opmerking dat er een andere mindset nodig is ten aanzien van de informele zorg. Dat begint met terminologie. Mantelzorg is wezenlijk iets anders dan vrijwilligerszorg. Wij hebben daar vanuit het LOVZ een artikel over geschreven. En een driedeling voorgesteld: familiaire zorg, vrijwilligerszorg en betaalde zorg. Met dit onderscheid willen we duidelijk maken dat de vrijwilligerszorg een eigen positie heeft. En dat vrijwilligerszorg juist in combinatie met mantelzorg en betaalde zorg/welzijn (in dat samenspel) het beste tot haar recht komt . Dus niet volgordelijk: of betaalde krachten of vrijwilligers. Maar tegelijkertijd: EN betaalde krachten EN vrijwilligers inzetten. Tegelijkertijd betekent in de meeste situaties NIET dat vrijwilligers en betaalde krachten er letterlijk op dezelfde tijd zijn. En dat brengt ons bij het volgende punt. Over vrijwilligers die grenzen overschrijden, ook die van henzelf. De reden dat vrijwilligers grenzen overschrijden heeft te maken onverwachte en onvoorspelbare situaties waarin handelen noodzakelijk is met het oog op het welzijn van de hulpvrager EN ER GEEN ALTERNATIEF IS! Voorbeeld: de hulpvrager moet zijn medicijnen innemen en er is op dat moment niemand anders die hem daarbij kan helpen. Een hulpvrager moet naar het toilet en er is op dat moment niemand anders die hem daarbij kan helpen. Vrijwilligers kennen de regels en weten dat medicijnen toedienen of toiletgang niet tot hun taakgebied behoort. Maar wat doe je in zo een situatie? Vrijwilligers worstelen in dit soort situaties met deze taakgrens en mogelijk ook een persoonlijke grens. En vrijwilligers handelen (dienen medicijnen toe en helpen bij de toiletgang) en overschrijden op die manier in ieder geval de taakgrens. En dat mag niet. En omdat het niet mag, praten zij er niet over. Stilte.
Vrijwilligers kennen de grenzen en geven aan dat grenzen nodig zijn. Zo geven zij in het onderzoek aan nooit eindverantwoordelijk te willen zijn. Dat is en blijft een betaalde kracht. Maar in de praktijk kunnen we niet voorkomen dat vrijwilligers in dit soort (onvoorspelbare en onverwachte) situaties terecht komen. En dus grenzen overschrijden. In de aanbevelingen van het onderzoek hebben we een lans willen breken voor vrijwilligers. Wij erkennen en omarmen wat vrijwilligers in dit soort situaties doen en pleiten voor het voeren van een open gesprek. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van een tool als moreel beraad om vrijwilligers te begeleiden. Heb het er met elkaar over want vrijwilligers komen het tegen. Hoe goed we ook proberen grenzen, rollen en verantwoordelijkheden tussen vrijwilligers en betaalde krachten te verdelen.

Ina van Zwol 07-11-18 om 22:22

Dank Vivian, interessant artikel! Dezelfde paradoxen kunnen dus ook ontstaan bij de betrokken vrijwilligers. Het zijn paradoxen die zorg met zich meebrengen, of je nou zorg biedt als professional of als vrijwilliger. Vraag is nog steeds: wie neemt dan welke rol, welke verantwoordelijkheden en welke taken?
Een netwerkbijeenkomst die in 1 van de casussen in het onderzoek werd belegd bestond uit betrokken professionals. Wat zou ik graag professionals uitdagen al in een eerder stadium met de client netwerk en vooral latent netwerk te mobiliseren en bekrachtigen. Met latent netwerk bedoel ik potentieel netwerk buiten het zicht van client en hulpverleners. Dus niet de al betrokken mantelzorgers. Helaas weten veel hulpverleners dat potentieel niet te vinden en zien zij daardoor geen aanleiding om een andere mindset ten aanzien van informeel betrokkenen te ontwikkelen. (Beeld van “de vrijwilliger” wordt gelijkgesteld aan beeld van overbelaste mantelzorgers.)
Terwijl het daar moet beginnen als het gaat om de “grenzen van vrijwilligers” : de mindset van de professional om anderen in stelling te brengen rondom zorgvragers en vervolgens de taakopvatting om het samenspel tussen de betrokkenen vorm te geven (regierol). In dat samenspel worden de paradoxen tegemoet getreden.
Als ik zorg nodig heb hoop ik dat mijn naasten “er zijn” en dat betrokken professionals vakkundig bijspringen waar nodig. Erg prettig dat ze daarbij oog hebben voor alle paradoxen die daarbij bij iedereen om mij heen ontstaan en dat ze dat kunnen kanaliseren als mijn naasten dat niet kunnen. We hebben professionals net zo hard nodig als netwerk. ;)

Vivian Visser 07-11-18 om 14:07

Hallo Ina, misschien is het volgende artikel interessant: https://www.researchgate.net/publication/272121168_Paradoxes_in_the_Care_of_Older_People_in_the_Community_Walking_a_Tightrope. Het is wel een wetenschappelijk artikel in het Engels maar het gaat over de paradoxen in zorg waar professionals tegenaan lopen, zoals de keus tussen er-zijn en taakafbakening die je noemt. Voorbeelden van die paradoxen zijn 'respect voor autonomie versus behoud van veiligheid' of 'zorgbehoeften van zorgontvangers versus capaciteit van mantelzorger(s) om om te gaan met deze behoeften'.

Ina van Zwol 07-11-18 om 13:24

Interessant dat we de grenzen van de vrijwilligers onder de loep nemen. Ik denk dat we zeker ook meer moeten kijken naar grenzen van de professionals: moeten zij hun betrokkenheid niet zodanig herdefinieren dat vrijwilligers betrokken kunnen zijn op andere zaken dan nu noodzakelijk lijkt? Als professionals meer focussen op echte zorgtaken zoals hierboven omschreven, kunnen vrijwilligers meer focussen op er zijn, welbevinden. Daar ligt natuurlijk wel een pijnpunt voor de professionals die met hart en ziel gekozen hebben voor "er zijn" als werk. Dus ik snap wel dat dit aspect van de discussie ondersneeuwt. Maar lijkt me toch essentieel! Ik denk dat zorgprofessionals en vrijwilligers samen op cliëntniveau op maat afspraken moeten maken wat wie kan doen. Succes!

Anoniem 02-11-18 om 15:22

Ik zie dat veel organisaties bezuinigd hebben op de begeleiding van vrijwilligers door het op het bord van medewerkers te leggen die al geen tijd hebben. Ik zou er voor pleiten dat er in elke organisatie een volwaardige coördinator vrijwilligers is die tijd en aandacht heeft voor de vrijwilligers en medewerkers.

José Roelands 02-11-18 om 15:04

Goed dat er aandacht gevraagd wordt aan de onderlinge uitwisseling van ervaringen, casussen voorleggen, enz. En gelukkig zijn veel organisaties /vrijwilligerscoördinatoren hier goed mee bezig waarbij HET thema is: Grenzen stellen/bewaken.

Petra van Loon 02-11-18 om 14:33

Versterken van de coordinatiefunctie is van groot belang. Om vrijwilligers goed te begeleiden en te ondersteunen. Daar waar vrijwilligers in stilte grenzen overschrijden, roepen wij op om een open gesprek met hen aan te gaan. Omgaan met morele dilemma's vraagt om een open gesprek- je zou hier ook kunnen spreken van een moreel beraad. Belangrijk dat coordinatoren die vrijwilligers begeleiden dit open gesprek binnen hun organisaties oppakken (voor zover ze dat al niet hebben gedaan) en organiseren!

Anoniem 02-11-18 om 10:41

Zo herkenbaar, vrijwilligers die hun verhaal niet kwijt kunnen en dan zelf de gaten gaan opvullen. Als organisatie kun je dit opvangen door een goed opgeleide coördinator vrijwilligers in te zetten die zowel de vrijwilligers kan begeleiden, coachen en de medewerkers hierin mee kan nemen. Je moet samen in gesprek blijven dan voorkom je veel problemen.

Partners:     Movisie

Cookie-instellingen