Van den Hout begon haar werkzame leven bij beroepsorganisaties in, zoals ze zelf zegt, ambachtelijke branches: goudsmeden, dakdekkers, pedicures en glazenwassers bijvoorbeeld. "Dat zijn allemaal mensen waarvan er geen dertien in een dozijn zitten. De liefde voor het vak maakt hen bijzonder, dat drijft hen." Zo’n zelfde drive hoopt ze ook via haar huidige werk aan te kunnen boren bij ouderen uit de Caribische en de Chinese gemeenschap.
Maar dat valt niet mee. "Te veel migranten die met pensioen zijn, leven erg geïsoleerd. Dat loopt echt als een rode draad door alles wat ik zie en doe. Veel mensen van de eerste generatie zijn de Nederlandse taal niet machtig en dat zullen ze ook niet meer worden." Wat niet helpt bij het doorbreken van het isolement is, volgens Van den Hout, dat sommige gemeenten blijven hangen op het aanleren van de taal bij 70-plussers die laaggeletterd zijn.
Snoepwinkel en fantasiebeelden
"Als je het totale welzijnsaanbod hier in Den Haag bekijkt, dan lijkt het wel een snoepwinkel. Maar voor ouderen bestaat het aanbod toch vooral uit het traditionele menu: bingo, kaarten, koffiepraatje. Dat is voor heel veel mensen perfect. Maar vooral migranten mannen die in een isolement leven, die haal je er daarmee niet uit."
De gemeente Den Haag is zich er zeker van bewust dat ze bepaalde groepen niet bereikt met het huidige aanbod. Maar volgens Van den Hout is er ook sprake van gebrekkige beeldvorming. "In Den Haag heersen hardnekkige fantasiebeelden. Bijvoorbeeld dat migrantengroepen de deur bij elkaar plat lopen en altijd elkaars mantelzorger zijn. Maar de tweede en derde generatie heeft gewoon ook een druk leven met carrière, gezin en een eigen sociaal leven."
Verschillen
Ze is zelf afkomstig van Curaçao en kwam in de jaren negentig voor de studie naar Nederland. Maar ook voor haar was het lastig om de Caribische gemeenschap te vinden. "De mensen met een Caribische achtergrond winkelen en wonen verspreid over de hele stad. Dat is een belangrijk verschil met de Chinese gemeenschap", vertelt ze, "want die concentreert zich rond het Haagse Chinatown voor het winkelen en rond een aantal appartementencomplexen die speciaal voor die groep bestemd zijn."
"Vanuit het beleid werd destijds gedacht: zet honderd mensen met dezelfde achtergrond bij elkaar en honderd mensen hebben het goed samen. Maar echt niet iedereen heeft chemie met elkaar." Voor de meeste Chinese ouderen geldt dat ze hun hele leven keihard gewerkt hebben met bizarre werktijden en dat ze helemaal geen tijd hadden voor een sociaal leven.
Bizarre werktijden
De vraag waar deze mensen voldoening uit halen en wat ze kunnen bijdragen, is dan ook lastig te beantwoorden. Het is volgens Van den Hout ook niet de eerste vraag die beantwoord moet worden. "Dat is een te grote stap ineens. Het sociale isolement gaat gepaard met schaamte en de overtuiging de ander niet tot last te willen zijn."
"Het gaat om mensen die nauwelijks gewend zijn aan ruimte voor 'leuke' dingen. Hobby’s zijn in de migrantengemeenschappen minder vanzelfsprekend dan in de Nederlandse. Zij zijn daar minder mee opgegroeid. Dan is het risico op een zwart gat na het pensioen echt een stuk groter. Met name bij mannen. Het is bekend dat in migrantengemeenschappen eenzaamheid onder de mannen een groter probleem is dan onder vrouwen."
Via de vrouwen
Dat de Chinese gemeenschap makkelijker te vinden is dan de Caribische, maakt dat de aanpak die Van den Hout hanteert namens Samen Ouder Worden voor de beide groepen verschillend is. De wetenschap dat de vrouwen in migrantengemeenschappen zich wat meer dan de mannen op hobby’s en onderlinge gezelligheid richten, gebruikte ze bij haar aanpak om de Caribische mannen te bereiken. Ze deed dat via een groep vrouwen, van wie ze wist dat die verenigd waren in een folkloristische dansgroep.
"Om bij de mannen te komen moest ik eerst de vrouwen vinden. Ik zocht en vond dus wat er al was. Daar komt het eigenlijk altijd op neer: vinden wat er al is." Van den Hout was daarbij vindingrijk en legde al doende veel extra lokale verbindingen. Vinden wat er al is kan ook betekenen het (opnieuw) naar boven halen van wat iemand graag doet. Dat was in de kern ook wat er gebeurde in een bijzonder succesvol klussenproject dat ze in samenwerking met Stichting Present organiseert.
Present met Caribische Ervaring
Present Den Haag werkt samen met hulpverleningsinstanties in een programma om klussen te verrichten voor de meest kwetsbare inwoners van de stad, vertelt Van den Hout. "De klussen worden altijd in groepsverband uitgevoerd. Doorgaans zijn het groepen collega’s of vrienden. Vanuit Samen Ouder Worden hebben we een variant geïnitieerd: Present met Caribische Ervaring, met een groep Caribische mannen – jong en ouder – die maandelijks een project onder handen nemen."
Kort geleden was dat bijvoorbeeld bij een Antilliaanse alleenstaande moeder met een baby van acht maanden die een eigen woning kreeg toegewezen. De mannen van Present met Ervaring hebben toen in één dag de babykamer in orde gemaakt. Van den Hout benoemt wat zo’n dag nog meer oplevert, behalve het fijne kamertje: "Een van de mannen heeft de jonge moeder geleerd moeilijke hoeken te schilderen. Dat levert een stralende oudere op. Naderhand is er altijd een gezamenlijke maaltijd, dat verdiept de ontmoeting en versterkt het groepsgevoel bij de mannen."
Afgebakende klussen
Het zijn altijd dit soort afgebakende klussen, en dat is niet voor niets. "Je kunt de voldoening en de zingeving dan organiseren, plannen als het ware." Bovendien beantwoordt het in feite aan de twee vragen of wensen tegelijk: het haalt mannen uit hun isolement én het helpt tegelijkertijd bij het ontdekken van waar iemand voldoening uit haalt. En dat maakt de kans op duurzame deelname vele malen groter. Van den Hout droomt ervan dat (v)mbo scholen met maatschappelijke stages hun jongeren in de toekomst koppelen aan deze mannen.
Van de effecten van de inzet van Samen Ouder Worden voor de Caribische gemeenschap zijn nog meer mooi voorbeelden te noemen. Misschien wel het mooiste is dat een Caribische zangeres een bijzonder lied maakte, dat een succesnummer werd binnen en buiten de gemeenschap. "Het is een levende flyer met de boodschap dat je zelf vreugde beleeft als je mensen uit andere generaties ontmoet en iets voor een ander doet."
Chinees inloopspreekuur
Van den Houts aanpak voor de Chinese gemeenschap verliep op een andere manier, alhoewel de rode draad ook hier het leggen van verbindingen was. Wat daarbij hielp, was dat er al een Chinees sprekende ouderenconsulent werkzaam was bij welzijnsorganisatie WijkZ. In samenwerking met hem en met een Kantonees sprekende vrijwilliger van Samen Ouder Worden Den Haag initieerde Van den Hout een inloopspreekuur voor Chinese ouderen.
"Het was en is op zich succesvol: het inloopspreekuur werd goed bezocht. Zo goed zelfs, dat uitbreiding van de zestien uur per week voor de consulent eigenlijk nodig is, voor de opvolging van wat er allemaal op tafel komt tijdens het spreekuur." Helaas is Van den Hout nog niet zover gekomen de gemeente te overtuigen van de noodzaak van deze brugfunctie naar welzijn. Gelukkig deelt WijkZ het gevoel van urgentie wel. De volgende stap is het vinden van vrijwilligers die het Kantonees machtig zijn en de brugfunctie naar WijkZ kunnen vormen.
Worsteling
Van den Hout worstelt ook nog met een ander punt, dat hier aan raakt. "De samenwerking tussen het formele en het informele verloopt niet goed. Als voorbeeld: het Chineestalige inloopspreekuur wordt nu gehouden in een gebouw van en voor de Chinese gemeenschap." Voor de verbinding met het formele sociaal domein, dus met de andere gemeentelijke voorzieningen, zou het goed zijn als het fysiek gevestigd kan worden in een gemeentelijk verzamelgebouw, zoals het Haagse Servicepunt XL.
"Maar de taalbarrière vormt een struikelblok voor ouderen om zo’n servicepunt binnen te lopen. De rol van de ouderenconsulent blijft dus van onschatbare waarde. Ik ben dan ook erg te spreken over de samenwerking met NOOM, want die hebben de Chinees sprekende ouderenconsulent in dienst genomen. Hij versterkt de Chinese zelforganisaties en zorgt er langs die weg onder meer voor dat de Chinese gemeenschap de weg beter weet te vinden, zowel naar de inkomens- als naar de maatschappelijke voorzieningen." Van den Hout hoopt dat de ouderenconsulent samen met de Landelijke Federatie van Chinese Ouderenverenigingen - Chun Pah, de o zo nodige vrijwilligers zal kunnen werven.
Kooktalent
Van den Hout sluit af met nog een ander mooi – en heel concreet – voorbeeld uit de Chinese gemeenschap. "De Kantonees sprekende vrijwilliger heeft Chinese ouderen geïnterviewd over hun eigen behoefte aan zingeving, met als doel om ze wegwijs te maken richting sociale participatie. Het ging in die gesprekken ook over eigen vrijwillige inzet. Inmiddels is er een oudere man die zijn kooktalent in wil zetten tijdens culturele activiteiten."